De nieuwe Europese F-gassenverordening (EU 2024/573) is sinds 11 maart 2024 van kracht.
Deze nieuwe verordening geldt meteen voor alle EU-lidstaten en is gericht op de volledige uitfasering van F-gassen tegen 2050.
Deze verordening stelt volgende doelstellingen voorop:
Dit artikel bevat de toelichting van het onderwerp van deze verordening en wat deze beoogt te bereiken. Het gaat over het beheer van gefluoreerde broeikasgassen (HFK’s) en het bevorderen van veilig gebruik van alternatieve stoffen, maar ook over het reguleren van import, export, handel, het gebruik van deze gassen, en het opstellen van rapportage-regels.
Dit artikel bepaalt welke gefluoreerde broeikasgassen, aanverwante producten en apparatuur onder deze verordening vallen.
Hierin worden allerlei belangrijke termen, die in deze verordening worden gebruikt, verduidelijkt. Termen als aardopwarmingsvermogen (GWP), ton CO2-equivalent (TCE), fluorkoolwaterstoffen (HFK’s)...
De definitie van hermetisch afgesloten apparatuur springt in het oog en wordt nog eens verduidelijkt: “Apparatuur waarin alle onderdelen met F-gassen door de fabrikant zijn afgedicht door te lassen, solderen of een andere soortgelijke permanente verbinding, inclusief kleppen of andere toegangspunten.”
Het opzettelijk uitstoten van broeikasgassen is verboden en wordt als een milieumisdrijf aanzien. Exploitanten, fabrikanten en bedrijven moeten de nodige voorzorgsmaatregelen nemen om emissies te voorkomen en lekkage te minimaliseren.
<5 TCE <1 kg Geen controle
+5 TCE (*). +1 kg (*). Elke 12 maanden
+50 TCE +10 kg. Elke 6 maanden
+500 TCE (**)+100 kg (**). Elke 3 maanden
Deze controles dienen uitgevoerd te worden door een gecertificeerd natuurlijk persoon.
(*) Hermetisch afgesloten apparatuur dient niet op lekken te worden gecontroleerd als deze als dusdanig is geëtiketteerd, behalve indien het :
-> meer dan 10 TCE F-gassen bevat;
-> meer dan 2 kg F-gassen bevat, of meer dan 3 kg F-gassen in residentiële gebouwen;
(**) De apparatuur moet voorzien zijn van een permanent lekdetectiesysteem.
Apparatuur met 500 TCE (of 100 kg bij F-gassen uit bijlage 2, cfr. HFO’s) of meer moet beschikken over een permanent lekkage-detectiesysteem (LDS) die de exploitant of het onderhoudsbedrijf waarschuwt voor elke lekkage.
Het systeem zelf dient ook elke 12 maanden te worden gecontroleerd op goede werking.
Exploitanten houden voor elk apparatuur met F-gassen een logboek bij, die ze ten minste 5 jaar bewaren, met de volgende gegevens:
Deze verplichting geldt ook voor mobiele apparatuur (vrachtwagens, opleggers, treinwagons, metro en vliegtuigen).
Het is verboden om apparatuur met F-gassen in de handel te brengen vanaf een nog nader te bepalen datum.
Etikettering
Apparatuur die F-gassen bevatten of nodig hebben, moeten worden voorzien van een etiket dat het type product of toepassing aangeeft.
Regulering van het gebruik
Vanaf 1 januari 2025 wordt het gebruik van nieuwe F-gassen met een GWP van 2500 of meer verboden voor de service of het onderhoud van koelapparatuur. Vanaf 1 januari 2026 voor ook voor warmtepompen met een GWP van 2500 of meer.
Als een bevoegde autoriteit een inbreuk op deze verordening heeft vastgesteld, stelt die de autoriteit die verantwoordelijk is voor de handhaving van sancties in kennis. Dit verplicht lidstaten om informatie over inbreuken te delen en waarborgt een efficiënte toegang tot informatie voor handhavings-doeleinden.
Dit artikel legt de nadruk op de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van EU- lidstaten, douaneautoriteiten, milieu-autoriteiten en andere inspectieorganen om naleving van de verordening te waarborgen.
Bevoegde autoriteiten van lidstaten worden vereist controles uit te voeren om te verifiëren of bedrijven voldoen aan de verordening.
De bevoegde autoriteiten houden een register van de controles bij.
Melding van inbreuken en bescherming van melders
Dit artikel bepaalt dat Richtlijn (EU) 2019/1937 van toepassing is op het melden van inbreuken op deze verordening en op de bescherming van personen die dergelijke inbreuken melden.
Het moedigt klokkenluidersbescherming aan.
Dit artikel verplicht de lidstaten om sancties vast te stellen voor inbreuken op deze verordening en deze sancties toe te passen. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en bestaat uit:
Het niveau en aard van de sancties worden bepaald aan de hand van enkele criteria: